Door Annemieke Klijn
Joannes Bernardus Vrijthoff was na Adrien Pelerin de tweede hoogleraar geneeskunde in Maastricht aan de iIllustre school, een instelling voor hoger onderwijs, die vakkennis en algemene ontwikkeling moest verspreiden. Vrijthoff was de zoon van een Maastrichtse lakenkoopman en groeide op in een gereformeerd milieu. In 1743 ging hij in Leiden geneeskunde studeren om daar, vier jaar later, in 1747 tot medicinae doctor te promoveren op een proefschrift over dysenteria. Vrijthoff wees op het belang van ventilatie en verse lucht in de strijd tegen dysenterie. Zijn promotieonderzoek was misschien niet origineel, maar wel relevant in de militaire geneeskunde. Dysenterie was een veel voorkomende, gevaarlijke ‘legerziekte’.
In 1749 werd Vrijthoff tot ‘tweede’ doctor in het militair hospitaal, gehuisvest in het eerste Minderbroedersklooster, benoemd. Hij stond voor de medische zorg aan de soldaten en officieren uit het Staatse leger en gaf ook onderwijs aan zowel chirurgijns als vroedvrouwen. Vrijthoff vervulde diverse publieke ambten. Zo zat hij meerdere malen in de Brabantse Raad en was hij dikwijls ouderling van de gereformeerde gemeente en regent van het gereformeerde weeshuis. Verder was hij lid van La Constance, een vrijmetselaarsloge, die haar leden vooral onder de adel en de hoge militairen rekruteerde.
Een portret van Vrijthoff is nergens meer te vinden. Alleen zijn boeken zijn er nog, bijvoorbeeld die van Ambroise Paré (1510-1590), hoogleraar chirurgie in Hotel Dieu in Parijs, de grondlegger van de militaire chirurgie, en die van Pierre Dionis, (1643-1718), een befaamd hofchirurg in Parijs en lijfarts van Lodewijk XIV.
Verder lezen: Klijn, A., ‘De culturele horizon van Johannes Vrijthoff (1722-1793), medicinae doctor in Maastricht’, in: Studies over de sociaal-economische geschiedenis van Limburg. Jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, (2013), 3-30.