Levy - Nieuw Israelitisch weekblad, 28-6-1935 David Meyer Levy kwam in 1895 in Zutphen ter wereld. Hij studeerde geneeskunde in Amsterdam en haalde daar in 1922 zijn artsexamen. Dat jaar trouwde hij met Henriëtte Gersons, met wie hij twee kinderen kreeg: Anna Adèle in 1924 en Paul Gerson in 1927. Na zijn artsexamen werkte hij enige tijd aan het Militair Hospitaal te Utrecht en bekwaamde hij zich in Hamburg in de dermatologie. In 1923 kreeg hij een aanstelling bij de ‘kliniek der huidziekten der urinewegen’ van het Wilhelminagasthuis in Amsterdam. Eind 1923 vestigde hij zich als dermatoloog en röntgenoloog in Apeldoorn, waar hij ‘een praktijk en inrichting voor behandeling met röntgen-stralen, kunstmatige hoogtezon enz.’ begon. Vier jaar later werd hij als dermatoloog en röntgenoloog in het ziekenhuis Calvariënberg benoemd. De kennelijk breed georiënteerde Levy promoveerde in 1932 aan de universiteit te Leiden bij Reinder van Calcar, hoogleraar Gezondheidsleer en Geneeskundige Politie, op het proefschrift Over geboortebeperking, mede in verband met de theorie Ogino-Knaus. De allereerste woorden luidden: “Das Leben ist voller Enttäuschungen und auch mir sind die Enttäuschungen nicht erspart geblieben!” – op dat moment kon hij niet bevroeden wat hem nog te wachten stond.
In dit proefschrift ging hij te keer tegen de anti-conceptie methode van Ogino-Knaus, een methode, die ervan uitging dat er vruchtbare en onvruchtbare periodes in de maandelijkse cyclus van de vrouw waren. Sinds begin jaren dertig was periodieke onthouding in katholieke kringen binnen het huwelijk vrij algemeen geaccepteerd, dankzij de katholieke arts Johannes Smulders die hierover had geschreven. Volgens Levy was de methode onder alle omstandigheden moreel verwerpelijk. Hij zag periodieke onthouding “als volkomen identiek met het Neo-Malthusianisme”. De ‘huwelijksdaad’ mocht, aldus Levy, alleen gericht zijn op het verwekken van nakomelingschap.
Proefschrift Levy In Maastricht speelde Levy samen met zijn vrouw een prominente rol in de Joodse gemeenschap. Hij vertegenwoordigde Limburg in de centrale commissie van het Nederlandsch Israëlitisch Kerkgenootschap. In november 1935 vertrok hij naar Utrecht, waar hij een particuliere praktijk opende voor huidziekten en radiologie. Kort na zijn scheiding van Henriette Gersons in september 1937 zegde hij zijn lidmaatschap bij de Israëlitische gemeente op om met de katholieke lerares Arnolda Oostinga te trouwen. Levy werd eveneens katholiek, maar deze beslissing behoedde hem niet voor deportatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. In juli 1943 werd hij door de bezetter opgepakt. Op 31 december 1944 vond hij de dood in Auschwitz. Zijn ex-vrouw en zijn kinderen waren al eerder in 1943 Sobibor en Auschwitz vermoord.